18:35 uur 03-06-2019

ARTEMIS-studiegegevens uit pivotale Fase 3 tonen consistente veiligheid en werkzaamheid van AR101 bij kinderen en adolescenten met pinda-allergie

LISSABON, Portugal–(BUSINESS WIRE)– Aimmune Therapeutics, Inc. (Nasdaq: AIMT), een biofarmaceutisch bedrijf dat behandelingen ontwikkelt voor levensbedreigende voedselallergieën, presenteerde vandaag toplijnresultaten van het pivotale Europese klinische Fase 3 ARTEMIS-onderzoek, waarvan het eerder aankondigde dat het zijn primaire eindpunt had bereikt. Hierin werden de werkzaamheid en veiligheid van AR101 aangetoond bij kinderen en adolescenten met pinda-allergie na zes maanden dosisverhoging en een therapeutische doseringsfase van drie maanden. De bevindingen van de ARTEMIS-studie versterken het consistente klinische profiel van AR101 door aan te tonen dat patiënten 1.000 mg pinda-eiwit verdroegen na slechts negen maanden behandeling, wat het primaire eindpunt van het onderzoek was. De ARTEMIS-studie bouwt voort op de resultaten van de bekende PALISADE-studie, die zijn primaire eindpunt bereikte van patiënten die na 12 maanden 600 mg pinda-eiwit verdroegen. AR101 is een experimenteel biologisch medicijn voor gebruik bij orale immunotherapie als een behandeling om de frequentie en ernst van allergische reacties na blootstelling aan pinda’s te verminderen. Deze gegevens werden hier vandaag gepresenteerd tijdens een mondelinge sessie op het Europese congres van de Academie voor Allergie en Klinische Immunologie (EAACI) van 2019 in Lissabon.

Het aandeel van de met AR101 behandelde patiënten die de 1.000 mg (2.043 mg cumulatieve) dosis pinda-eiwit verdroegen in de dubbelblinde, placebo-gecontroleerde voedseluitdaging (DBPCFC) was significant hoger dan in de placebogroep: 58% t.o.v. 2% (p < 0,00001). De met AR101 behandelde patiënten hadden minder ernstige symptomen tijdens de afsluitende DBPCFC voor pinda’s, vergeleken met de met placebo behandelde patiënten.

“De resultaten van de Europese ARTEMIS-studie bieden verdere klinische validatie van de veiligheid en werkzaamheid van AR101 voor kinderen en adolescenten met pinda-allergie,” aldus Prof. Montserrat Fernández-Rivas, M.D., Ph.D., ARTEMIS-onderzoeker en hoofd van de afdeling Allergie van het ziekenhuis Clínico San Carlos in Madrid. “Bijna zes van de 10 patiënten behandeld met AR101 konden een significante dosis pinda-eiwit verdragen, 1000 mg, wat overeenkomt met drie tot vier pinda’s, veel meer dan de hoeveelheid die typisch betrokken is bij een accidentele blootstelling. Deze bevindingen ondersteunen het vermogen van AR101 om de frequentie en ernst van allergische reacties, inclusief anafylaxie, te verminderen bij blootstelling aan pinda’s bij kinderen en adolescenten die dagelijks met deze risico’s worden geconfronteerd.”

In het onderzoek werden 175 proefpersonen in de leeftijd van 4 tot 17 jaar in zeven Europese landen gerandomiseerd in een 3:1 verhouding voor ofwel AR101 ofwel placebo, ging hun dosering omhoog tot 6 mg op dag 1 en ontvingen ze om de twee weken dosisverhogingen gedurende 20-40 weken tot de therapeutische dosis van 300 mg was bereikt. Dit werd gevolgd door ongeveer drie maanden van voortdurende therapeutische dosering van 300 mg/dag. Het primaire eindpunt was het vermogen om ten minste 1.000 mg pinda-eiwit als enkele dosis te verdragen zonder dosisbeperkende symptomen bij het afsluiten van DBPCFC.

Uit de volledige resultaten van 175 patiënten die aan de proef begonnen, bleek:

  • 58,3% van de met AR101 behandelde patiënten verdroeg met succes 1.000 mg pinda-eiwit bij het afsluiten van de voedseluitdaging, vergeleken met 2,3% in de placebogroep (p < 0,00001).
  • 68,2% van de met AR101 behandelde patiënten verdroeg met succes 600 mg bij het afsluiten van de voedseluitdaging, vergeleken met 9,3% in de placebogroep.
  • 73,5% van de met AR101 behandelde patiënten verdroeg met succes 300 mg bij het afsluiten van de voedseluitdaging, vergeleken met 16,3% in de placebogroep.

Het veiligheidsprofiel van AR101 kwam overeen met eerdere AR101-onderzoeken wat betreft de frequentie en ernst van allergische reacties zoals verwacht voor een orale desensibilisatiebehandeling. Milde of matige systemische allergische reacties werden gemeld bij 12,1% van de met AR101 behandelde proefpersonen en bij 2,3% van de met placebo behandelde proefpersonen. Gebruik van epinefrine/adrenaline werd gemeld bij 6,8% van de met AR101 behandelde deelnemers, ten opzichte van 2,3% van de placebo, allemaal voor milde/matige reacties en lager dan gemeld bij PALISADE. Beëindiging als gevolg van gerelateerde bijwerkingen werd geconstateerd bij 9,8% van de met AR101 behandelde proefpersonen, zonder ernstige gemelde bijwerkingen die leidden tot de stopzetting en geen sterfgevallen of vermoedelijke onverwachte ernstige bijwerkingen (SUSAR’s). Er werden geen gevallen gemeld van eosinofiele oesofagitis (EoE) en geen gevallen van ernstige anafylaxie.

“De resultaten van ARTEMIS zijn opmerkelijk vergelijkbaar met wat werd waargenomen bij de hoogste afsluitende dosis tijdens de uitdaging, voor het eerst getest in de PALISADE Fase 3-studie. Bij PALISADE verdroeg 50,3% van de met AR101 behandelde patiënten de hoogste testdosis van 1.000 mg pinda-eiwit na ongeveer zes maanden dosisescalatie gevolgd door zes maanden met een dagelijkse therapeutische dosis van 300 mg, vergeleken met 2,4% van de placebopatiënten,” stelde Daniel Adelman, MD, Chief Medical Officer van Aimmune. “ARTEMIS, PALISADE en RAMSES zijn de enige succesvolle klinische Fase 3-studies voor voedselallergie en vertegenwoordigen de grootste, meest robuuste klinische dataset ooit samengesteld uit een therapeutische benadering ten aanzien van pinda-allergie. Deze resultaten dragen bij aan ons begrip van patiënten met pinda-allergie en hoe we de behandeling van deze mogelijk levensbedreigende aandoening kunnen bevorderen.”

Dr. Adelman vervolgde: “Nu we de ARTEMIS-gegevens in handen hebben, blijven we op koers om halverwege het jaar een aanvraag voor een handelsvergunning voor AR101 bij het Europees Geneesmiddelenbureau in te dienen. AR101 kan de eerste goedgekeurde behandeling voor kinderen en adolescenten met pinda-allergie in zowel de VS als Europa worden.”

Over ARTEMIS

De gerandomiseerde, dubbelblinde, placebo-gecontroleerde ARTEMIS Fase 3-studie (AR101 Trial in Europe Measuring oral Immunotherapy Success) evalueerde de werkzaamheid en veiligheid van AR101 bij patiënten met pinda-allergie van 4 tot 17 jaar die op 18 locaties in zeven Europese landen werden ingeschreven (Frankrijk, Duitsland, Ierland, Italië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk). Een totaal van 175 kinderen en adolescenten werden gerandomiseerd in een 3:1 verhouding voor ofwel AR101 ofwel placebo. Deelnemers aan de studie vertegenwoordigden een zeer allergische populatie met een hoge prevalentie van comorbiditeiten die reageerden op lage doses pinda-eiwit bij toediening van een dubbelblinde, placebo-gecontroleerde voedseluitdaging (DBPCFC) tijdens de screening. Deelnemers aan de studie ontvingen ongeveer zes maanden dosisescalatie en vervolgens drie maanden therapeutische dosering van AR101 300 mg/dag of placebo, gevolgd door een afsluitende DBPCFC. Het primaire eindpunt was het vermogen van de patiënt om ten minste een enkele dosis pinda-eiwit van 1.000 mg (het equivalent van ongeveer drie tot vier pindapitten) te verdragen zonder dosisbeperkende symptomen bij toediening van de DBPCFC.

Over pinda-allergie

Pinda-allergie is een van de meest voorkomende voedselallergieën en treft meer dan 6 miljoen mensen in de VS en Europa, en reacties op pinda’s zijn vaak ernstig en mogelijk levensbedreigend. Pinda-allergie blijft meestal bestaan in volwassenheid1, 2, 3, 4 en is, hoewel zeldzaam, verantwoordelijk voor de meerderheid van de sterfgevallen die verband houden met voedselallergie.5 Er zijn geen goedgekeurde behandelingsmogelijkheden voor pinda-allergie.6 De standaard van zorg is een strikt eliminatiedieet en het tijdig toedienen van rescue-medicatie in geval van een allergische reactie als gevolg van accidentele blootstelling.7,8,9 Ondanks de waakzaamheid kunnen accidentele blootstellingen optreden10 en reacties veroorzaken van onvoorspelbare ernst,11 leidend tot een levenslang risico op ernstige reacties.

Over AR101

AR101 is een nieuw, van pinda’s afgeleid, experimenteel oraal biologisch geneesmiddel voor gebruik bij orale immunotherapie bij patiënten met pinda-allergie. Het medicijn, dat wordt gemaakt in overeenstemming met de huidige Good Manufacturing Practices (cGMP), levert een dagelijkse dosis pinda-eiwit met een consistent eiwitprofiel, geanalyseerd om een betrouwbaar gehalte van de belangrijkste allergenen te garanderen. De hoeveelheid actief ingrediënt in elke AR101-capsule wordt geregeld om een minimale variabiliteit van het allergeengehalte te garanderen bij doses met een bepaalde sterkte. AR101 wordt toegediend als een oraal poeder in graduele doses in uittrekbare capsules of folielaminaatzakjes. De inhoud wordt grondig gemengd met een paar lepels voor de leeftijd geschikt, niet-verwarmd voedsel naar keuze van de patiënt.

De Biologics License Application (BLA) van Aimmune voor AR101 is geaccepteerd voor beoordeling door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) in maart 2019. Het Allergenic Products Advisory Committee (APAC) van de FDA zal de BLA voor AR101 beoordelen tijdens de vergadering die gepland is voor 13 september 2019. Het bedrijf is van plan medio 2019 een aanvraag voor een handelsvergunning (MAA) voor AR101 in te dienen bij het Europees Geneesmiddelenbureau.

Over Aimmune Therapeutics

Aimmune Therapeutics, Inc., is een biofarmaceutisch bedrijf dat orale behandelingen ontwikkelt voor levensbedreigende voedselallergieën. De Characterized Oral Desensitization ImmunoTherapy (CODIT™)-benadering van het bedrijf is bedoeld om een zinvolle mate van bescherming te bieden tegen allergische reacties als gevolg van blootstelling aan voedselallergenen, door patiënten te desensibiliseren met gedefinieerde, precieze hoeveelheden van belangrijke allergenen. Aimmune’s eerste biologische product voor onderzoek, AR101, wordt ontwikkeld als een behandeling om de frequentie en ernst van bijwerkingen na blootstelling aan pinda’s te verminderen. De BLA voor AR101 wordt momenteel beoordeeld door de Amerikaanse FDA, die in 2015 de status van doorbraaktherapie aan AR101 heeft verleend voor de desensibilisatie van pinda-allergische patiënten van 4 tot 17 jaar. Aimmune verwacht medio 2019 een aanvraag voor een vergunning voor het in de handel brengen van AR101 in Europa in te dienen. Aimmune heeft een IND-aanvraag ingediend voor haar tweede product, AR201, voor de behandeling van ei-allergie, en is voornemens om halverwege 2019 een gerandomiseerde klinische Fase 2-studie te starten. Ga voor meer informatie naar www.aimmune.com.

Toekomstgerichte verklaringen

Verklaringen in dit persbericht over aangelegenheden die geen historische feiten zijn, zijn ‘toekomstgerichte verklaringen’ zoals bedoeld in de ‘Private Securities Litigation Reform Act van 1995. Omdat dergelijke verklaringen onderhevig zijn aan risico’s en onzekerheden, kunnen de werkelijke resultaten aanzienlijk verschillen van de resultaten die worden uitgedrukt of geïmpliceerd door dergelijke toekomstgerichte verklaringen. Dergelijke verklaringen omvatten, maar zijn niet beperkt tot, uitspraken met betrekking tot: Aimmune’s verwachtingen met betrekking tot de potentiële voordelen van AR101; Aimmune’s verwachtingen met betrekking tot de beoordeling van de BLA voor AR101; Aimmune’s verwachtingen met betrekking tot de geplande timing en indiening voor een vergunning voor het in de handel brengen van AR101 in Europa; Aimmune’s verwachtingen over de timing van het starten van een klinische fase 2-studie voor AR201; en Aimmune’s verwachtingen met betrekking tot mogelijke toepassingen van de CODIT™-benadering voor de behandeling van levensbedreigende voedselallergieën. Risico’s en onzekerheden die bijdragen aan het onzekere karakter van de toekomstgerichte verklaringen omvatten: het vermogen van Aimmune of een van haar samenwerkingspartners om klinische studies te initiëren en/of te voltooien; de onvoorspelbaarheid van het regelgevingsproces; de mogelijkheid dat de klinische studies van Aimmune of een van haar samenwerkingspartners niet succesvol zullen zijn; Aimmune’s afhankelijkheid van het succes van AR101; Aimmune’s afhankelijkheid van derden voor de productie van de kandidaat-producten van Aimmune; mogelijke ontwikkelingen in de regelgeving in de Verenigde Staten en in het buitenland; en het vermogen van Aimmune om senior managementpersoneel aan te trekken en te behouden. Deze en andere risico’s en onzekerheden worden vollediger beschreven in Aimmune’s meest recente deponeringen bij de Securities and Exchange Commission, inclusief het kwartaalverslag op Formulier 10-Q voor het kwartaal eindigend op 31 maart 2019. Alle toekomstgerichte verklaringen in dit persbericht gelden alleen op de datum waarop ze worden gedaan. Aimmune neemt geen verplichting op zich om dergelijke verklaringen bij te werken om gebeurtenissen die zich voordoen of omstandigheden die bestaan na de datum waarop ze zijn gedaan, te weerspiegelen.

Dit persbericht betreft AR101, een kandidaat-product dat onder klinisch onderzoek staat, en AR201, een kandidaat-product waarvan Aimmune verwacht dat het in 2019 klinisch zal worden onderzocht. Noch AR101 noch AR201 is een vergunning verleend voor het in de handel brengen door de FDA of het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA). AR101 en AR201 zijn momenteel beperkt tot gebruik door onderzoekers en er wordt geen verklaring gegeven met betrekking tot hun veiligheid of effectiviteit voor de doeleinden waarvoor ze worden onderzocht.

1 Referenties Crespo JF, James JM, Fernandez-Rodriguez C, Rodriguez J. Food allergy: nuts and tree nuts. Br J Nutr. 2006; 96:Suppl 2:S95-S102.

2 Moreno MA. Guidelines for children with peanut allergy. JAMA Pediatr. 2017;171:100.

3 Skolnick HS, Conover-Walker MK, Koerner CB, Sampson HA, Burks W, Wood RA. The natural history of peanut allergy. J Allergy Clin Immunol. 2001;107:367-74.

4 Fleischer DM, Conover-Walker MK, Christie L, Burks AW, Wood RA. The natural progression of peanut allergy: resolution and the possibility of recurrence. J Allergy Clin Immunol. 2003;112:183-9.

5 Bock SA, Muñoz-Furlong A, Sampson HA. Fatalities due to anaphylactic reactions to foods. J Allergy Clin Immunol. 2001;107:191-3.

6 Yu W, Freeland DMH, Nadeau KC. Food allergy: immune mechanisms, diagnosis and immunotherapy. Nat Rev Immunol. 2016;16:751-65.

7 Boyce JA, Assa’ad A, Burks AW, et al. Guidelines for the diagnosis and management of food allergy in the United States: report of the NIAID-sponsored expert panel. J Allergy Clin Immunol. 2010;126:Suppl:S1-S58.

8 Sampson HA, Aceves S, Bock SA, et al. Food allergy: a practice parameter update — 2014. J Allergy Clin Immunol. 2014;134(5):1016-25.e43.

9 Muraro A, Werfel T, Hoffmann-Sommergruber K, et al. EAACI food allergy and anaphylaxis guidelines: diagnosis and management of food allergy. Allergy. 2014;69:1008-25.

10 Rimbaud L, Heraud F, La Vieille S, Leblanc J-C, Crépet A. Quantitative risk assessment relating to the inadvertent presence of peanut allergens in various food product. Int Food Risk Anal J. 2013;3:1-11.

11 Allen KJ, Remington BC, Baumert JL, et al. Allergen reference doses for precautionary labeling (VITAL 2.0): clinical implications. J Allergy Clin Immunol. 2014;133:156-64. 12 add deschldre

Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal, die als enige rechtsgeldig is.

Contacts

Beleggers:
Eric Bjerkholt
(650) 376-5582 of
ebjerkholt@aimmune.com

Media:
Jerica Pitts
(312) 858-3469
jpitts@w2ogroup.com

Louise Strong
+44 203 808 6471
lstrong@w2ogroup.com

Check out our twitter: @NewsNovumpr